Eind 2021 was de start van een drastische hervorming van de autofiscaliteit. De fiscale aftrekbaarheid van brandstofwagens werd al sinds het Zomerakkoord van 2017 verstrengd, maar met deze hervorming wil de overheid op korte termijn alles inzetten op een groene(re) mobiliteit.
De bedrijfswagen is in België al jaar en dag hét looncomponent bij uitstek op fiscaal en sociaal vlak. Eerdere initiatieven van de regering om werknemers warm te maken voor een alternatieve verloning op mobiliteitsvlak (bijvoorbeeld de cash-for-car regeling) konden bij de meeste bedrijven niet aan populariteit winnen. Het is dan ook niet onlogisch dat de aantrekkelijke aftrekbaarheid van (vervuilende) bedrijfswagens nu aan banden wordt gelegd.
Details van de hervorming
De hervorming zal ingaan vanaf 2023 met volgende belangrijke kantelmomenten:
- 1 januari 2023: brandstofkosten van plug-in hybride wagens aangekocht, geleased of gehuurd vanaf dit moment (waarbij de datum van bestelling doorslaggevend is) zullen niet meer de gunstige fiscale aftrekbaarheid volgen van de hybride wagen zelf, doch slechts voor 50% nog maar aftrekbaar zijn.
- 1 juli 2023: autokosten van brandstofwagens (inclusief plug-in en full hybrides) aangekocht, geleased of gehuurd vanaf dit moment (waarbij de datum van bestelling doorslaggevend is) zullen een gefaseerde uitdoving van fiscale aftrekbaarheid ondergaan. Deze gefaseerde uitdoving zal er als volgt uitzien:
Aankoop/lease/huur
|
Fiscale aftrekbaarheid
|
Voor 1/7/2023
|
Huidig regime: 120% - (0,5% x coëfficiënt x CO²-uitstoot)
|
Tussen 1/7/2023
en 31/12/2025 (*)
|
AJ (**) 2024
AJ 2025
|
Huidig regime: 120% - (0,5% x coëfficiënt x CO²-uitstoot)
|
AJ 2026
|
Max 75%; min 0%
|
AJ 2027
|
Max 50%; min 0%
|
AJ 2028
|
Max 25%; min 0%
|
AJ 2029
|
0%
|
Vanaf 1/1/2026
|
0%
|
(*) Ook de solidariteitsbijdrage zal gefaseerd wijzigen met een drastische verhoging van de bijdrage van 225% vanaf 1/7/2023 tot 550% vanaf 1/1/2027.
(**) Aanslagjaar
Ondertussen kunnen de elektrische wagens van een fiscaal gunstregime genieten waarbij alle autokosten momenteel, inclusief de elektriciteitskosten, voor 100% aftrekbaar zijn. Bedrijven hebben er dus vanuit een financieel oogpunt alle baat bij om hun werknemers vanaf 1 juli 2023 te laten overschakelen naar een elektrische wagen.
Echter, vanaf 1 januari 2027, wanneer verondersteld wordt dat de elektrische wagen de (nieuwe) norm is geworden, zullen ook deze autokosten slechts beperkt aftrekbaar zijn (net zoals dat nu het geval is voor brandstofwagens). De beperking van de aftrekbaarheid verloopt dan eveneens in fasen:
Aankoop/lease/huur
|
Fiscale aftrekbaarheid
|
Voor 1/1/2027
|
100%
|
Vanaf 1/1/2027
|
95%
|
Vanaf 1/1/2028
|
90%
|
Vanaf 1/1/2029
|
82,5%
|
Vanaf 1/1/2030
|
75%
|
Vanaf 2031
|
67,5%
|
Een ander luik van het fiscaal gunstregime voor elektrische wagens is de verhoogde kostenaftrek voor investeringen in publiek toegankelijke laadstations. Ondernemingen kunnen onder bepaalde voorwaarden een hogere kostenaftrek toepassen op de fiscale afschrijvingen van de laadstations. Deze verhoogde aftrek bedraagt 200% voor investeringen gedaan tussen 1 september 2021 en 31 maart 2023, en 150% voor investeringen gedaan tussen 1 april 2023 en 31 augustus 2024.
Total cost of ownership ('TCO')
Door deze hervorming en de dalende aftrekbaarheid van kosten m.b.t. brandstofwagens zullen bedrijven de 'Total cost of ownership (TCO)' van hun wagenpark (met vnl. brandstofwagens) sterk zien stijgen op korte termijn. Bedrijven zullen dus vanuit financiële hoek genoodzaakt worden om te investeren in elektrische wagens.
Bovendien is er ook een groeiende vraag van (nieuwe) medewerkers naar alternatieve mobiliteitsoplossingen in het loonpakket (combinatie van het openbaar vervoer, een kleinere en ecologische wagen, telewerken, etc.). Het mobiliteitsbudget kan voor bepaalde medewerkers al een waardig alternatief betekenen.
Heel wat bedrijven staan nu voor de uitdaging om op korte termijn een groen en alternatief mobiliteitsbeleid in te voeren of op zijn minst hiernaar om te schakelen. Dit is zeker niet enkel fiscaal geïnspireerd. Maar dit brengt bepaalde moeilijkheden met zich mee: hoe kunnen bedrijven de TCO berekenen en in kaart brengen, kan de bedrijfswagen van een medewerker (dat deel is van het loonpakket) eenzijdig gewijzigd worden door de werkgever, hoe zal dit transformatieproces zo efficiënt mogelijk ingezet kunnen worden, hoe omgaan met praktische moeilijkheden (zoals waar laadpunten te installeren, hoe gebouwen te voorzien op deze laadinfrastructuur, etc.), hoe kunnen bedrijven dit zo goed mogelijk communiceren naar hun medewerkers, welke alternatieve mobiliteitsoplossing kunnen bedrijven aanbieden aan huidige medewerkers op arbeidsrechtelijk vlak, etc. Dergelijke moeilijkheden zullen velen doen twijfelen rond de haalbaarheid ervan.
Onze experten kunnen met deze verschillende vraagstukken helpen. Zij kunnen ook een tailormade strategie uitwerken rond groene mobiliteit indien gewenst.