NIEUWE REGELING VOORSCHOTFACTUREN DEFINITIEF
15 oktober 2014
De nieuwe/definitieve regeling over “Voorschot facturen” gaat in op 1 januari 2015. Omwille van praktische moeilijkheden die de belastingplichtigen ondervinden doordat de btw niet meer opeisbaar is op voorschotfacturen uitgereikt vooraleer zij de betaling ontvangen of vóór het belastbaar feit, voorzag de administratie in een overgangsregeling die loopt van 1 januari 2013 tot 31 december 2014.
Leveringen en diensten waarvoor geen verlegging van heffing geldt
Voor leveringen/diensten waarvoor geen verlegging bestaat, heeft de belastingplichtige vanaf 1 januari 2015 per handeling de keuze tussen ofwel:
- de wettelijke regeling, die voorzien was in de overgangsregeling en nu definitief wordt. Dit betekent dat de belastingplichtige een “ander document” (bvb. een verzoek tot betaling) dan een “factuur” kan uitreiken zonder btw (ook het tarief, de reden van vrijstelling mogen niet vermeld worden). Dit document geeft geen aanleiding tot afdracht van de btw door de leverancier of aftrek van de btw door de klant. Vervolgens dient een (echte) factuur uitgereikt te worden op moment dat de btw opeisbaar wordt (i.e. moment van betaling of levering/voltooiing dienst);
- de nieuwe tolerantie voor de voorschot factuur. Dit betekent de uitreiking van een (conforme) voorschot factuur met btw, waarbij nadien geen corrigerend stuk meer moet worden uitgereikt.
De nieuwe tolerantie voor de voorschotfactuur
De nieuwe tolerantie voor de voorschot factuur (in een B2B context) komt kort samengevat neer op volgende regeling.
Onmiddellijke aftrek (door de klant) en een regularisatie/window-periode van 3 maand
- De leverancier reikt een voorschotfactuur met btw uit die melding maakt van hetzij de vermoedelijke of ultieme betalingsdatum, hetzij de vermoedelijke datum van opeisbaarheid (i.e. datum van levering/voltooiing van de dienst);
- Bij een voorschot factuur met btw mag de klant de btw onmiddellijk aftrekken, ongeacht het moment van betaling, in de maand/het kwartaal waarin de voorschot factuur werd uitgereikt;
- Vervolgens beschikt de klant over een periode van 3 maanden (de zogenaamde “window” periode) om over een bewijs van opeisbaarheid te beschikken. Deze periode loopt vanaf het einde van de maand waarin de leverancier de voorschotfactuur uitreikt. Wanneer binnen deze termijn geen bewijs van opeisbaarheid (ten gevolge van betaling of het belastbaar feit dat zich voordoet) kan worden geleverd, moet de klant de initiële aftrek (vak 59 van de btw-aangifte) regulariseren via vak 61 van de aangifte;
- De leverancier heeft de keuze om, ofwel de btw (te vroeg) te rapporteren en af te dragen op basis van de factuur datum, ofwel de btw op basis van de incassering te rapporteren en af te dragen;
- Specifieke regels werden uitgewerkt voor situaties waarbij de aangerekende btw wordt gecorrigeerd, de klant in faling gaat…etc.
Voor leveringen/diensten waarvoor wel een verlegging van heffing bestaat, geldt een vergelijkbare tolerantie.
Voor intracommunautaire transacties bestaan wegens het grensoverschrijdend karakter en de correcte rapportering echter geen toleranties op niveau van de leverancier. In hoofde van de (Belgische) klant aanvaardt de btw-administratie dat de intracommunautaire verwerving gerapporteerd wordt in de maand waarin de (voorschot) factuur wordt uitgereikt.
Aandachtspunten
De nieuwe btw-richtlijnen brengen een einde aan een lange periode van onzekerheid en zorgen voor de nodige flexibiliteit op niveau van de leverancier en beperken de administratieve opvolging op niveau van de klant (tot de aankoopfacturen die niet betaald worden binnen de 90 dagen).
Niettemin kunnen ondernemingen er zich tegen 31 december 2014 best op voorbereiden dat:
- de voorschotfacturen systematisch voorzien worden van de specifieke factureringsvereisten (bvb. de vermoedelijke of uiterlijke betalingsdatum, dan wel de vermoedelijke datum van opeisbaarheid );
- een al dan niet geautomatiseerd proces wordt opgezet door de crediteuren om de “window-periode” op te volgen en regularisaties (rooster 61) te doen waar nodig;
- een (al dan niet geautomatiseerd) proces door de debiteuren wordt opgezet in de mate de leverancier/dienstverrichter slechts op basis van incassering wenst te rapporteren en btw af te dragen.
Contact
Voor vragen of assistentie in verband met dit onderwerp, kunt u steeds terecht bij uw gebruikelijk BDO aanspreekpunt of een email verzenden naar [email protected] ter attentie van een van de leden van het Competence Center VAT:
- Erwin Boumans: 02/778.01.00
- Pascal Dauw: 09/210.54.10
- Kaatje Bondewel, 02/778.01.00
- Brigitte Braeckmans, 03/230.58.40
- Joëlle Teuwen, 081/ 20.87.87