BDO pleit voor efficiëntiewinst om op korte termijn een kentering te veroorzaken
1 jaar na implementatie van de beleids- en beheerscyclus (BBC) onderzocht BDO de digitale meerjarenplannen van de gemeenten (en bij uitbreiding OCMW’s) voor de beleidsperiode 2014-2019. BDO is behoedzaam voor het feit dat de cijfers mogelijks te optimistisch zijn opgevat en roept de lokale besturen op tot onmiddellijke actie. BDO adviseert dat de gemeenten, binnen de contouren van de ingediende meerjarenplannen, dringend op zoek gaan naar meer financiële ademruimte om de positieve autofinancieringsmarge (AFM) in 2019 te behalen. Het uitvoeren van efficiëntieoefeningen en het faciliteren van een kerntakendebat dringen zich volgens Johan De Cooman dan ook op.
De beleids- en beheerscyclus: gemeenten financieel gezond tegen 2019
Het laatste decennia staan de gemeentelijke financiën sterk onder druk en bleek het systeem van budgettering, meerjarenplanning en boekhouding niet aangepast aan de veranderlijke financiële omgeving waarin gemeenten ageren (belastinghervormingen, wegvallen dividenden, stijgende pensioenen, …). Als antwoord werd in 2014 de beleids- en beheerscyclus (BBC) ingevoerd. Lokale entiteiten worden sindsdien onderworpen aan nieuwe regels op het vlak van meerjarenplanning, budgettering en rapportering.
Johan De Cooman, expert lokale besturen bij BDO, licht toe: “het is de bedoeling dat de gemeenten tegen 2019 een positieve autofinancieringsmarge (AFM) behalen wat impliceert dat het verschil tussen ontvangsten (belastingen, retributies, prestaties, enz) en uitgaven (personeelskosten, werkingskosten, toelagen, …) de leningslasten dienen te dekken. Met andere woorden de organisatie moet in staat zijn om met eigen gelden de leningslasten te betalen om als financieel gezond beschouwd te worden. Een principe dat besturen dwingt na te denken over het efficiënt en doordacht aanwenden van de beschikbare middelen en verplicht om beleidskeuzes te maken”.
De weg naar financieel gezonde besturen is ingeslagen maar de eindhalte is nog niet bereikt
1 jaar na implementatie van de BBC onderzocht BDO de digitale meerjarenplannen (beschikbaar op website ABB) voor de beleidsperiode 2014-2019. In de vorige legislatuur bedroeg de AFM gemiddeld 650 Mio, in de huidige nog slechts 100 Mio, een dalende tendens. Uit de studie van ABB blijkt dat amper 20% van de gemeenten pas in 2019 een positieve AFM halen.
Dit moet onder andere gezien worden in het licht van de stijgende uitgaven waar de gemeenten voor staan:
- de hogere bijdragen aan de politie;
- de brandweerhervorming;
- de stijgende pensioenlast;
- de vergrijzing van de bevolking en toenemende de kosten voor zorg (OCMW);
- de kosten doorgeschoven door andere overheden;
- …
De neergelegde meerjarenplannen geven de volgende grafiek over de AFM:
[autofinancieringsmarge]
De vergelijking van de neergelegde meerjarenplannen 2014-2019 met de voorgaande legislatuur toont het volgende:
De recurente uitgaven stegen in de periode 2007-2012 gemiddeld met 3,9 % terwijl dit voor de periode 2014-2019 slechts 1,2 % zou bedragen. Een opmerkelijk lage inschatting gelet op de reeds aangehaalde stijgende uitgaven. Daarenboven schat men in dat de recurrente ontvangsten gemiddeld 0,1% hoger zullen liggen ten opzichte van de vorige beleidsperiode (van een gemiddelde stijging van 1,5% in de vorige legislatuur naar een gemiddelde stijging van 1,6% in de lopende legislatuur).
Het exploitatiesaldo (recurrente ontvangsten- recurrente uitgaven) evolueerde vorige legislatuur van 1,2 Mia naar 0,7 Mia en voor 2014-2019 van 0,8 naar 1,0 Mia. Een stijging die als positief kan gepercipieerd worden zij het niet dat dit saldo vooral zal gaan naar de aflossing van (oude en nieuwe) leningen. De gemeenten kunnen dan dit saldo dus niet of maar deels gebruiken om nieuwe investeringen te financieren.
Het investeringssaldo (investeringen minus subsidies) voor 2014-2019 wordt geschat op 7,1 Mia en dat zou men financieren door enerzijds 5,5 Mia nieuwe leningen en 1,6 Mia uit reserves van de vorige jaren. Maar deze reserves moeten tezelfdertijd gebruikt worden om bestaande leningen af te betalen zodat gemeenten bijna geen investeringen kunnen doen vanuit het exploitatieresultaat.
Als de huidige meerjarenplannen de realiteit weerspiegelen en de cijfers voldoende betrouwbaar zijn dan moeten de gemeenten binnen de contouren van de ingediende meerjarenplannen dringend op zoek gaan naar meer financiële ademruimte om de positieve autofinancieringsmarge in 2019 te behalen. Het uitvoeren van efficiëntieoefeningen en het faciliteren van een kerntakendebat dringen zich volgens Johan De Cooman dan ook op.
Efficiëntieverhoging en het kerntakendebat als motoren voor een gezonde gemeente in 2019
Een eerste invalshoek om meer ruimte te creëren is het streven naar meer efficiëntie binnen de organisatie en het externe beleid. Dit kan door diverse maatregelen zoals het:
- introduceren van nieuwe manieren van werken (e-loket, projectwerking,..);
- meer optimaal inzetten van personeel;
- het uitvoeren van het lokaal beleid met andere publieke en/of private actoren;
- reorganiseren of integreren van diensten (o.a. gemeente en OCMW);
- analyseren en heronderhandelen van contracten;
- voeren van kosten/baten analyses voor zwembaden, bibliotheken, …;
- aanpassen van wijze waarop we dienstverlening aanbieden (digitalisering, SPOC, …);
- …
Naast de efficiëntieoefeningen moet het lokale bestuur in de periode 2015-2019 durven nadenken over die kerntaken die ze in de toekomst wenst te voeren. Het is aangewezen dat de politieke mandatarissen en de leidinggevende ambtenaren samen nadenken over deze kerntaken.
Moet een lokaal bestuur alle bestaande dienstverlening aanbieden of kiezen we voor minder kwantiteit maar meer kwaliteit? Een aantal concrete vragen die besturen zich hier stellen zijn:
- Moeten we als gemeente autonoom instaan voor huisvuil ophaling of kiest men beter voor een bovenlokale oplossing?
- Behoeven de technische diensten van aanpalende gemeenten over een eigen technische dienst of zorgen we in de toekomst voor gezamenlijke aankopen?
- Behouden we onze gemeentelijk zwembad naast het bestaande private zwembad in de buurt? En zo ja, moeten we onze toegangsprijzen niet meer marktconform maken?
- …
BDO is ervan overtuigd dat het gros van de gemeenten spoedig uitwerking moet geven aan bovenstaande strategische en efficiëntie oefeningen om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken en als financieel gezonde gemeente de legislatuur af te sluiten.