• Slapende vennootschappen, wake up!

Slapende vennootschappen, wake up!

Karen Keuleers, Partner |

19 juni 2017

De wet van 17 mei 2017 betreffende de aanvulling van de gerechtelijke ontbindingsprocedure van vennootschappen (B.S. 12.06.2017) wijzigt de gerechtelijke ontbindingsprocedure voor vennootschappen die niet (tijdig) de jaarrekening neerleggen of niet langer actief zijn, voor vennootschappen waarvan de zetel fictief is of waarvan de bestuursleden niet beschikken over de vereiste beroepsbekwaamheid of de vereiste basiskennis inzake bedrijfsbeheer.

Er zijn een aantal belangrijke krachtlijnen.

 

Versoepeling procedure gerechtelijke ontbinding (art. 182 W. Venn.)

Niet-neerlegging van de jaarrekening

De rechtbank van koophandel kan, op verzoek van iedere belanghebbende of van het openbaar ministerie, dan wel na mededeling van de kamer voor handelsonderzoeken, de ontbinding uitspreken van een vennootschap die haar jaarrekening niet of niet-tijdig neerlegt bij de Nationale Bank van België. Deze vordering kan ten vroegste worden ingesteld na het verstrijken van een termijn van zeven maanden na afsluiting van het boekjaar. Het is dus niet langer vereist dat de vennootschap drie opeenvolgende boekjaren haar jaarrekening niet neerlegt.

Indien de vordering wordt ingesteld door een belanghebbende of het openbaar ministerie, staat de rechtbank een regularisatietermijn van minstens drie maanden toe en wordt het dossier overgemaakt aan de kamer voor handelsonderzoeken voor verdere opvolging.

Wordt de zaak aanhangig gemaakt door een mededeling van de kamer voor handelsonder-zoeken, dan kan de rechtbank facultatief een regularisatietermijn opleggen of de onmiddellijke ontbinding uitspreken.

Andere ontbindingsgronden

De wet van 17 mei 2017 voorziet in drie nieuwe ontbindingsgronden op basis waarvan de rechtbank van koophandel de ontbinding kan uitspreken na mededeling door de kamer voor handelsonderzoeken:

  • Bij ambtshalve doorhaling van de vennootschap uit de Kruispuntbank voor Ondernemingen op grond van artikel III.42 §1, 5° Wetboek Economisch Recht;
  • Indien de vennootschap, ondanks twee oproepingen met dertig dagen tussen en waarbij de tweede oproeping is gebeurd via gerechtsbrief, niet voor de kamer voor handelsonderzoeken is verschenen;
  • Indien de bestuursleden van de vennootschap niet over de vereiste beroepsbekwaamheid of basiskennis inzake bedrijfsbeheer beschikken.

Ook hier kan de rechtbank van koophandel eerst een regularisatietermijn toestaan.

 

Vereffeningsscenario’s na gerechtelijke ontbinding

De bestaande regelgeving voorziet in twee mogelijke vereffeningsscenario’s na een door de rechtbank uitgesproken ontbinding:

  • onmiddellijke afsluiting van de vereffening;
  • bepaling van de vereffeningswijze en aanstelling van een of meerdere vereffenaars.

Nu kan de rechtbank van koophandel ook beslissen om geen vereffenaar aan te stellen, voor zover de belanghebbende deze aanstelling niet vordert. Elke belanghebbende kan vervolgens gedurende een periode van één jaar alsnog de aanstelling van een vereffenaar vragen. Indien binnen het jaar de aanstelling van een vereffenaar niet wordt gevorderd, worden de schulden van de ontbonden vennootschap van rechtswege als oninbaar beschouwd, komen de activa van de ontbonden vennootschap toe aan de Belgische Staat en wordt de vereffening geacht te zijn gesloten.

 

Medewerkingsplicht bestuursleden gerechtelijk ontbonden vennootschap

Tenslotte verplicht de wet de bestuursleden van een gerechtelijk ontbonden vennootschap om gevolg te geven aan de oproepingen van de vereffenaar, de vereffenaar alle vereiste inlichtingen te verstrekken en iedere adreswijziging mee te delen.

Leven de betrokken bestuursleden deze medewerkingsplicht niet na, kan de rechtbank van koophandel, bij de afsluiting van de vereffening, een beroepsverbod uitspreken van maximaal drie jaar.

 

Tijdige neerlegging meer dan ooit belangrijk

Nog meer dan vroeger moet een vennootschap de nodige aandacht besteden aan de tijdige neerlegging van haar jaarrekening. Indien een vennootschap verzuimt haar jaarrekening tijdig neer te leggen, kan dit al met ingang van de achtste maand na afsluiting van het boekjaar resulteren in een vordering tot gerechtelijke ontbinding. In principe zal de vennootschap een regularisatietermijn krijgen om haar jaarrekening nog neer te leggen, maar het spreekt voor zich dat het aangewezen is om een procedure in gerechtelijke ontbinding en de daaraan verbonden kosten, te vermijden.

Ook de update van het bewijs van de basiskennis bedrijfsbeheer of van de beroepskennis na het ontslag van een zaakvoerder of bestuurder, blijkt een essentieel aandachtspunt.

De wet is in werking getreden op 12 juni 2017.