Belang van de correcte factuurvermelding bij vereenvoudigd driehoeksverkeer bevestigd door het Hof van Justitie
14 februari 2023
In een recent arrest heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat de regeling van het vereenvoudigd driehoeksverkeer niet toegepast kan worden indien de betrokken factuur niet de juiste vermelding bevat.
Principe vereenvoudigd driehoeksverkeer
Om de regeling van het vereenvoudigd driehoeksverkeer te kunnen toepassen moet er sprake zijn van een btw-belastingplichtige leverancier gevestigd in EU lidstaat 1 die goederen verkoopt aan een btw-belastingplichtige tussenpersoon gevestigd in EU lidstaat 2, die deze goederen op zijn beurt doorverkoopt aan een btw-belastingplichtige eindklant gevestigd in EU lidstaat 3. Hierbij moeten de goederen rechtstreeks vervoerd worden van de leverancier in EU lidstaat 1 naar de afnemer in EU lidstaat 3. Het transport van de goederen moet daarbij georganiseerd worden door of voor rekening van de leverancier of de tussenpersoon.
Hieronder een schematische weergave:

In deze situatie zal de leverancier een intracommunautaire levering van goederen verrichten in EU lidstaat 1. De tussenpersoon is er vervolgens toe gehouden om een intracommunautaire verwerving van goederen te verrichten in EU lidstaat 3 (i.e. EU lidstaat van aankomst van de goederen), gevolgd door een lokale levering van deze goederen aan de eindafnemer. Deze transacties leiden ertoe dat de tussenpersoon gehouden zal zijn om zich voor btw-doeleinden te registreren in EU lidstaat 3 en daar te voldoen aan de lokale btw verplichtingen (bv. voldoening van de btw, indienen van periodieke btw-aangiften en eventuele listings).
Om deze administratieve rompslomp voor de tussenpersoon te vermijden, kan deze ervoor opteren om de zogenaamde regeling van het vereenvoudigd driehoeksverkeer toe te passen. Onder deze regeling is de intracommunautaire verwerving van de goederen door de tussenpersoon niet belastbaar in EU lidstaat 3 en wordt de btw die verschuldigd is over de lokale levering van de tussenpersoon aan de eindafnemer verlegd naar deze laatste.
Arrest Europees Hof Van Justitie
In het arrest C-247/21, Luxury trust Automobil GmbH met betrekking tot de toepassing van de regeling voor het vereenvoudigd driehoeksverkeer werden de volgende prejudiciële vragen aan het Europees Hof van Justitie gesteld:
- Kan de regeling toegepast worden indien de factuur, uitgereikt door de tussenpersoon aan de eindafnemer, melding maakt van ‘Vrijgestelde intracommunautaire driehoekstransactie’?
- Indien de bovenstaande vraag ontkennend wordt beantwoord, kan dergelijke factuurvermelding met terugwerkende kracht gecorrigeerd worden?
Op de eerste vraag antwoorde het Europees Hof van Justitie dat de factuur uitgereikt door de tussenhandelaar de vermelding “Btw verlegd” moet bevatten. De referentie ‘Vrijgestelde intracommunautaire driehoekstransactie’ is bijgevolg niet voldoende voor de toepassing van de vereenvoudigingsregeling.
Met betrekking tot de tweede vraag oordeelde het Hof dat de incorrecte factuur achteraf niet gecorrigeerd kan worden.
Conclusie
In tegenstelling tot eerdere zaken waarin het principe ‘substance over form’ werd gevolgd, oordeelde het Hof in deze zaak dat de materiële voorwaarde van een correcte factuurvermelding wel degelijk een essentiële voorwaarde is voor de toepassing van de regeling van het vereenvoudigd driehoeksverkeer.
Indien deze voorwaarde niet wordt nageleefd, is er geen retroactieve rechtzetting meer mogelijk en riskeert de tussenpersoon om alsnog btw verplichtingen op te lopen in de EU lidstaat 3 en/of geconfronteerd te worden met sancties in zijn lidstaat (2).
Naar Belgische normen is het aangewezen, wanneer men optreedt als tussenpersoon in een dergelijke transactie, om volgende referentie op de factuur te vermelden: ‘Toepassing vereenvoudigd driehoeksverkeer – Btw Verlegd – artikelen 141 & 197 Richtlijn 2006/112/EG’.