Welke stakeholders zetten bedrijven onder druk om duurzamer te worden? Een verrassend antwoord.

Ondanks de vele nieuwe wettelijke vereisten op het vlak van duurzaam ondernemen is het verrassend dat bedrijven de sterkste druk om duurzamer te worden niet vanuit de overheid, maar vanuit hun klanten en medewerkers voelen.

Een recent onderzoek dat BDO België en Mercuri Urval bij 150 ondernemingen uit verschillende sectoren uitvoerden, bracht aan het licht dat klanten steeds meer interesse tonen in de duurzaamheidsstrategieën en -prestaties van bedrijven. Het onderzoek toonde met name het volgende aan:

  • 67 % van de respondenten zegt dat hun klanten de stakeholders zijn van wie ze de sterkste druk ervaren om duurzamer te worden. Daarna volgen hun medewerkers en potentiële talenten (51 %) en overheidsinstanties (50 %). Vanuit banken en verzekeraars, leveranciers, sectorfederaties en ngo’s voelen ze aanzienlijk minder druk. 
  • 78 % van de respondenten heeft al vragen over duurzaamheid gekregen van klanten, gevolgd door medewerkers en potentiële talenten (58 %), overheidsinstanties (55 %) en investeerders (40 %).

Bovenstaande cijfers tonen aan dat steeds meer klanten hun waarden laten meespreken wanneer ze producten en services kiezen. Dat geldt ook in een b2b-context, want van bedrijven wordt verwacht dat ze verantwoord handelen in hun volledige waardeketen. En naarmate die waardeketens zich over de hele wereld uitbreiden, moeten ondernemingen erover waken dat hun leveranciers, onderaannemers en dienstverleners zich aan strenge maatschappelijke, milieu- en governancenormen houden.

Deze trend wordt ook versterkt door de steeds strengere wettelijke verplichtingen binnen de waardeketen, zowel nationaal (bijv. in Noorwegen, Duitsland en Frankrijk) als in de EU. Denk maar aan de regels inzake duurzaamheidsrapportage door bedrijven, de conflictmineralenverordening, de verordening over ontbossingsvrije producten en het voorstel over de zorgvuldigheidsverplichtingen van ondernemingen op het gebied van duurzaamheid en de regelgeving over dwangarbeid (als de Europese instellingen die uiteindelijk aannemen). 

Die nieuwe wetten brengen een doorsijpeleffect op gang van grote multinationals (die de gevolgen van de wetgeving rechtstreeks voelen) naar hun leveranciers. Daardoor hebben ze niet alleen een effect op grote bedrijven, maar op iedereen naarmate de verwachtingen en vragen van klanten veranderen.

Waarom is de waardeketen zo belangrijk?

Ondernemingen doen er goed aan hun waardeketen voldoende aandacht te geven, want hun zwaarste impact op milieu en maatschappij komt meestal van activiteiten eerder en verderop in die keten. Enkele voorbeelden:

  • Volgens het GHG Protocol vertegenwoordigt de uitstoot onder Scope 3 tot 70 % van de koolstofuitstoot van een onderneming. Die uitstoot komt tot stand bij activiteiten die buiten de rechtstreekse controle van de onderneming vallen, zoals bij leveranciers en klanten. 
  • Ernstige schendingen van de mensenrechten, zoals kinderarbeid of dwangarbeid, komen vaak voor in de wereldwijde waardeketen van Europese bedrijven. Dat is in het bijzonder het geval in bijvoorbeeld de textielsector en de elektronicabranche. Kinderen in ontwikkelingslanden werken vaak in gevaarlijke omstandigheden, kloppen lange dagen voor weinig geld en krijgen geen kans om naar school te gaan.

Als ze geen verantwoordelijkheid nemen voor hun waardeketen, riskeren bedrijven dat hun naam wordt gekoppeld aan ecologische en maatschappelijke problemen. En die kunnen niet alleen hun reputatie schaden, maar ook juridische en financiële gevolgen hebben. Daarom moeten bedrijven kiezen voor duurzaamheid in hun waardeketen en de krachten bundelen met hun partners om te verzekeren dat er in de hele keten duurzaam wordt gewerkt.


Hoe pak je dit aan? Waarmee moet je rekening houden?

Bedrijven kunnen duurzaam inkopen op drie manieren benaderen: op productniveau, op leveranciersniveau en met een gezamenlijke aanpak.

  • Aanpak op productniveau: Colruyt is een bekend voorbeeld. De supermarktketen bedacht de Eco-score, die aangeeft hoe duurzaam een product is. De duurzaamheidsprestatiebeoordeling bij Colruyt omvat veel verschillende vormen van impact op het milieu en brengt ze samen onder één label. Met die transparante werkwijze helpt Colruyt zijn klanten duurzamere keuzes te maken.
  • Gezamenlijke aanpak: Bedrijven kunnen samenwerken met anderen om zo veel mogelijk invloed uit te oefenen op de waardeketen. Een voorbeeld is het Global Platform for Sustainable Natural Rubber (GPSNR). Dat platform brengt stakeholders uit de hele waardeketen voor natuurrubber samen, van producenten tot verwerkers, handelaars, bandenfabrikanten en ngo’s. Het GPSNR heeft een reeks normen en beleidslijnen opgesteld waaraan de leden zich moeten houden, zoals verbintenissen op het gebied van verantwoord landgebruik, mensenrechten en milieubescherming.
  • Aanpak op leveranciersniveau: Bedrijven moeten over een gedragscode voor leveranciers beschikken waarin ze hun eisen op het vlak van milieu, maatschappij en goed bestuur vastleggen. Een voorbeeld daarvan is Henkel, dat een strategie voor 100% verantwoord inkopen heeft uitgewerkt. Het doel: via hun inkoopmethodes goed doen voor het klimaat, de circulaire economie bevorderen en sociale vooruitgang mogelijk maken. Onderdeel van die strategie is een proces voor verantwoord inkopen in zes stappen dat de risico’s in kaart brengt en maatregelen vastlegt om die gevaren tot een minimum te beperken. Henkel licht de prestaties van zijn leveranciers door om hen te helpen dag na dag duurzamer te worden. Het bedrijf geeft zijn leveranciers ook advies, zodat ze hun processen vlotter optimaliseren, hulpbronnen efficiënter inzetten en de sociale en milieunormen eenvoudiger naleven.

Idealiter passen ondernemingen bovenstaande methodes tegelijk toe en helpen ze kwetsbare leveranciers vooruit met capaciteitsopbouwende activiteiten en financiële prikkels. Door te kiezen voor een overkoepelende, gezamenlijke aanpak zetten bedrijven een aanzienlijke stap richting duurzaam inkopen en dragen ze bij aan een mooiere toekomst voor iedereen.


"Ik vond het interessant dat de belangrijkste drijfveer voor bedrijven om duurzamer te werken niet de overheden of banken waren, maar hun klanten. En dat ondanks het feit dat de regelgeving over transparante en betrouwbare duurzaamheidsrapportage op ongeziene wijze verandert. Dat komt doordat mensen meer dan ooit verwachten dat grote bedrijven de verantwoordelijkheid opnemen voor hun waardeketen, en die verwachtingen sijpelen door naar de kleinere bedrijven. Dat zien we hier nu al op de Finse markt.”

Maak je waardeketen duurzamer

Vraag ons vandaag nog om deskundig advies. We helpen je met plezier een verantwoorde, veerkrachtige waardeketen op te bouwen die voldoet aan de wettelijke vereisten en uitdagingen van vandaag én klaar is voor morgen. Blijf de concurrentie een stap voor met duurzame praktijken die niet alleen goed zijn voor je onderneming, maar ook voor de maatschappij en de planeet.


Neem contact op


Toelichting: 

BDO Belgium en Mercuri Urval voerden het onderzoek gezamenlijk uit, in de volgende landen: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje, Tsjechië, Zweden en Zwitserland. Voor het onderzoek werden bedrijven ondervraagd over hun houding ten opzichte van duurzaamheid, de obstakels waarmee ze te maken krijgen en hun belangrijkste drijfveren. Het onderzoek werd verricht aan de hand van een vragenlijstmethode. Aan de online enquête die in november-december 2023 werd afgenomen, namen ongeveer 150 bedrijven deel. Het volledige rapport wordt eind april 2024 gepubliceerd.