In een recente circulaire van 27 oktober 2025 bevestigde de Belgische fiscus dat ze zich aansluit bij de rechtspraak van het Hof van Cassatie over de dubbele belasting van Franse dividenden die aan Belgische fiscale inwoners worden uitgekeerd. Voor meer achtergrondinformatie, zie BDO's alert Recent rulings on taxation of French-source dividends may provide opportunities en Tax authorities finally accept tax credit on French-source dividends.
Belgische fiscale inwoners die dividenden uit het buitenland ontvangen, worden vaak geconfronteerd met dubbele belasting: eerst wordt een buitenlandse bronheffing ingehouden en vervolgens heft België 30% roerende voorheffing op het nettobedrag. Omdat de Belgische roerende voorheffing als bevrijdend wordt beschouwd, moeten deze dividenden niet worden aangegeven in de Belgische personenbelastingaangifte.
Onder het huidige Belgisch-Franse dubbelbelastingverdrag is er compensatie mogelijk in de vorm van een minimale buitenlandse belastingverrekening van 15% (het "FBB" – forfaitaire verrekening van de buitenlandse belasting).
Tot nu toe aanvaardde de Belgische fiscus de buitenlandse belastingverrekening enkel wanneer Franse dividenden werden aangegeven in de Belgische aangifte personenbelasting. De administratie houdt vol dat in dit geval alleen de bezwaarprocedure mogelijk is, waardoor de termijn voor een bezwaar beperkt wordt tot één jaar na ontvangst van het aanslagbiljet.
De fiscus legt zich nu neer bij de uitspraken van het Hof van Cassatie: Belgische belastingplichtigen kunnen nu de forfaitaire verrekening van buitenlandse belasting claimen, zelfs als Franse dividenden niet in hun aangifte personenbelasting werden opgenomen vanwege de bevrijdende roerende voorheffing van 30%. In deze gevallen kunnen belastingplichtigen de te veel betaalde Belgische roerende voorheffing terugvorderen binnen een termijn van vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de roerende voorheffing werd betaald (cf. artikel 368 WIB 1992). Belastingplichtigen die hun Franse dividenden al aangaven, moeten een bezwaarschrift indienen (binnen één jaar na de uitreiking van het aanslagbiljet) als de verrekening van buitenlandse belasting niet werd toegepast.
De Belgische fiscus weigert verzoeken tot ambtshalve ontheffing op grond van het feit dat er geen dubbele belasting bestaat – zowel wanneer Franse dividenden werden aangegeven als wanneer dat niet het geval was (wegens bevrijdende roerende voorheffing).
Het Hof van Beroep te Gent oordeelde onlangs echter anders. Op basis van artikel 376, §1 WIB 1992 kan een verzoek tot ambtshalve ontheffing in geval van dubbele belasting worden ingediend binnen een termijn van vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin het aanslagbiljet werd ontvangen, op voorwaarde dat er nog geen definitieve beslissing werd genomen over een ingediend bezwaarschrift. Bovendien oordeelde het Hof van Beroep te Gent dat artikel 15, §1 en 2 van het Belgisch-Franse dubbelbelastingverdrag samen moet worden gelezen met artikel 19.A.1, tweede lid. Op basis van deze lezing moet België een minimale buitenlandse belastingverrekening van 15% toekennen op het netto roerend inkomen aan Belgische fiscale inwoners die Franse dividenden ontvangen die al onderworpen waren aan Franse bronbelasting, om dubbele belasting te vermijden.
Let op: het mechanisme van de verrekening van buitenlandse belasting is niet opgenomen in het nieuwe Belgisch-Franse dubbelbelastingverdrag, dat nog niet in werking is getreden. Onder het nieuwe verdrag worden Franse dividenden die door Belgische fiscale inwoners worden ontvangen, belast aan 30% op het nettodividend (d.w.z. na buitenlandse belasting), waardoor ze in lijn worden gebracht met dividenden uit andere landen.


