Het mobiliteitsbudget

Bereid je voor op de nieuwe regelgeving

 
Ken je bedrijfswagens toe en bied je je werknemers nog geen mobiliteitsbudget aan? Daar zal op 1 januari 2026 verandering in komen. Dan treedt namelijk het eerste deel van het ‘mobiliteitsbudget voor iedereen’ uit het regeerakkoord van De Wever in werking. Vanaf 1 januari 2026 moet elk bedrijf dat bedrijfswagens toekent ook een mobiliteitsbudget invoeren.

Belangrijke kanttekening hierbij: de wettekst die deze verplichting invoert is momenteel nog niet gepubliceerd. Voor werknemers zonder bedrijfswagen is het nog even wachten op een wettelijk kader voor hun mobiliteitsbudget. 
 

Hoe ga ik aan de slag met het mobiliteitsbudget? 

Het mobiliteitsbudget biedt werknemers met recht op een bedrijfswagen de mogelijkheid om deze in te ruilen voor een budget dat kan besteed worden aan 3 pijlers, naar keuze van de werknemer: 

  • Pijler 1: een elektrische bedrijfswagen  
  • Pijler 2: duurzame vervoersmiddelen en huisvestingskosten 
  • Pijler 3: een cashuitbetaling van het overblijvende budget op het einde van het jaar. 

Ook al zijn de details van deze nieuwe regeling nog niet gepubliceerd, toch raden we aan om hier nu al mee te beginnen. Het doordacht implementeren van een mobiliteitsbeleid en –budget neemt al snel enkele maanden in beslag. 

Volgende stappen kan je nu al ondernemen: 

1. Invoeren mobiliteitsbeleid en policy 

Als je op vandaag bedrijfswagens aanbiedt maar nog geen mobiliteitsbudget toekent, dan is het eerst en vooral belangrijk om na te denken over het mobiliteitsbeleid dat je wil voeren. Zo kan je in de policy regels bepalen over het ogenblik van toetreding of uitsluiting van bepaalde functies. 

Je denkt best nu ook al na over de keuzes die je wil aanbieden in het mobiliteitsbudget, zodat deze afgestemd zijn op je onderneming en werknemers. Zo kan je er bijvoorbeeld voor kiezen om huisvestingskosten aan te bieden in de tweede pijler. Hierdoor kan een werknemer zijn huur of hypothecaire lening (gedeeltelijk) laten terugbetalen via het mobiliteitsbudget. 
Let wel: dit is enkel mogelijk op voorwaarde dat de werknemer in een straal van minder dan 10 kilometer van het werk woont of minstens 60% telewerkt. Als je van deze laatste mogelijkheid gebruik maakt, moet in vele gevallen ook je arbeidsorganisatie en telewerkpolicy herbekeken worden. 

2. Budgetbepaling 

Als je carpolicy al lease- of TCO-budgetten of modellen per functiecategorie voorziet, moeten deze in lijn zijn met de specifieke TCO-budgetten voor het mobiliteitsbudget. In sommige gevallen zal je dus je carpolicy moeten aanpassen. 

In de wet zijn verschillende manieren voorzien om deze budgetten te bepalen. De meest voor de hand liggende is de forfaitaire berekeningswijze op basis van de refertewagen. Aangezien je niet op elk moment van de ene op de andere berekeningswijze kan overstappen, is het belangrijk om dit op voorhand te bekijken. 

3. Hoe beheer je het mobiliteitsbudget? 

Het beheer van een mobiliteitsbudget kan behoorlijk complex zijn. Goede spelregels zijn het halve werk, een goede beheerstool doet de rest. We raden absoluut aan om te kiezen voor een goede beheerstool die gebruiksgemak voor de werknemer combineert met vlotte rapportering voor de payrollverwerking.  

Idealiter zet je bovenstaande stappen nog in 2025, zo ben je tijdig klaar voor de verplichte invoering vanaf januari 2026. Dan rest er bij de eerste keuze voor het mobiliteitsbudget enkel nog het opstellen van een bijlage aan de arbeidsovereenkomst. 

Wil je hier graag mee aan de slag gaan met pragmatisch advies op maat van je organisatie?

Neem dan zeker contact op met onze experts: