België - Federale regering onthult regeerakkoord
België - Federale regering onthult regeerakkoord
236 dagen na de federale verkiezingen van 9 juni 2024 onthulde de nieuwe Belgische federale regering op 31 januari 2025 haar regeerakkoord, waarin de beleidslijnen voor de komende legislatuurperiode tot 2029 worden uitgestippeld. Geen van de voorgestelde maatregelen in het akkoord is al opgenomen in een wetsontwerp, en het is mogelijk dat sommige maatregelen niet in wetgeving worden omgezet.
De belangrijkste wijzigingen op het gebied van belasting- en arbeidswetgeving worden hieronder samengevat.
Bijzonder belastingstelsel voor inkomende belastingbetalers en onderzoekers
Het nieuwe federale regeerakkoord wil internationaal talent aantrekken en behouden door het Belgische bijzondere belastingstelsel voor inkomende belastingplichtigen en onderzoekers te verbeteren en aantrekkelijker te maken voor zowel bestaande als potentiële nieuwe investeerders.
Onder het herziene bijzondere belastingstelsel zal de federale regering verschillende belangrijke aanpassingen doorvoeren. Ten eerste zou de belastingvrije som voor expats stijgen van 30% naar 35%. Bovendien zou de bestaande loongrens van 90.000 euro worden afgeschaft en zou de drempel van het minimum brutoloon van 75.000 euro worden verlaagd tot 70.000 euro. Deze laatste aanpassing is bedoeld om België toegankelijker te maken voor een bredere waaier van geschoolde professionals en om het voor start-ups en kleinere ondernemingen gemakkelijker te maken om internationale expertise aan te trekken en te behouden.
Toename van het nettoloon
De nieuwe Belgische federale regering is van plan om vanaf 2027 het nettoloon van alle werkenden te verhogen als onderdeel van een bredere inspanning om werken aantrekkelijker te maken. De strategie omvat het verhogen van de belastingvrije som op inkomen uit arbeid, het verlagen van de speciale socialezekerheidsbijdrage en het verhogen van de sociale werkbonus, zodat de financiële kloof tussen werkenden en werklozen minstens 500 euro per maand bedraagt. Deze veranderingen zijn bedoeld om de consumentenbestedingen te stimuleren, de werkloosheid terug te dringen en de algemene economische vitaliteit van het land te verbeteren.
Daarnaast is de Belgische federale regering van plan om collectieve bonussystemen zoals CAO-90-premies en winstpremies te stroomlijnen, waardoor het aantrekkelijker wordt voor werkgevers om beloningen in geld aan te bieden in plaats van voordelen in natura. Deze vereenvoudiging is bedoeld om de toepassing van verschillende bonusregimes te harmoniseren zonder de belastingdruk voor werkgevers of werknemers te verhogen.
Automatische loonindexeringen en verhoging minimumlonen
Het principe van automatische loonindexering blijft intact om de lonen van werknemers te beschermen en ervoor te zorgen dat werknemers hun levensstandaard kunnen handhaven, zelfs als de prijzen van goederen en diensten stijgen.
De regering heeft de sociale partners opgeroepen om voor 31 december 2026 een uitgebreid advies uit te brengen over de hervorming van de loonwetgeving en het systeem van automatische loonindexering. Dit verzoek benadrukt de noodzaak om het concurrentievermogen van ondernemers in evenwicht te brengen met de koopkracht van werknemers.
Vooruitlopend op het advies over een fundamentele hervorming van de automatische loonindexering en de loonnormen zullen maatregelen worden genomen om de minimumlonen te verhogen.
Kosten eigen aan de werkgever
De federale regering heeft plannen aangekondigd om een kader in te voeren dat specifiek betrekking heeft op kosten eigen aan de werkgever. De terugbetaling van deze kosten eigen aan de werkgever is een wijdverspreide praktijk: werkgevers vergoeden werknemers op forfaitaire basis voor kosten die ze maken maar die verband houden met hun beroepsactiviteit; bijvoorbeeld de kosten voor het organiseren van een thuiskantoor voor telewerk, het gebruik van persoonlijke internetdiensten voor beroepsdoeleinden en representatiekosten. Dit kader moet zo snel mogelijk worden opgesteld met als doel meer duidelijkheid en uniformiteit te verschaffen.
Maaltijdcheques, sport- en cultuurcheques en ecocheques
Om de koopkracht van werknemers te verhogen, heeft de Belgische regering plannen aangekondigd om de sociale partners op te dragen de wettelijk toegestane maximumbijdrage voor maaltijdcheques tijdens de komende legislatuurperiode twee keer met 2 euro te verhogen, tot een maximumwaarde van 12 euro in plaats van de huidige 8 euro per maaltijdcheque. Bovendien zal de aftrekbaarheid van de werkgeversbijdrage evenredig verhoogd worden, waardoor het voor werkgevers financieel aantrekkelijker wordt om maaltijdcheques aan te bieden.
De regering heeft beslist om andere soorten cheques, zoals ecocheques en cultuurcheques, af te bouwen in overleg met de sociale partners.
Bredere overgangsregeling voor hybride auto's
De overheid is van plan om de regels voor de beperking van de aftrek van autokosten te vereenvoudigen om de administratieve last te verminderen. De federale overheid erkent dat elektrische bedrijfswagens niet voor iedereen een haalbare optie zijn en zal voorzien in een verlengde overgangsperiode voor hybride voertuigen.
Het maximale aftrektarief voor hybride bedrijfswagens blijft 75% tot eind 2027. Daarna daalt het tot 65% in 2028 en 57,5% in 2029. Deze aftrekpercentages zullen gelden voor de volledige duur van het gebruik van het voertuig door dezelfde eigenaar/huurder. De brandstofkosten voor hybrides blijven 50% aftrekbaar tot eind 2027. De kosten voor elektrisch verbruik in hybrides zullen aftrekbaar zijn aan hetzelfde tarief als die voor elektrische modellen.
De regering is ook van plan om een uitzondering te maken op deze beperkte aftrekbaarheid voor hybride auto's die maximaal 50 gram CO2 per kilometer uitstoten. Als het percentage volgens de aftrekformule hoger is dan 75%, mag het hogere percentage worden toegepast tot eind 2027.
Deze nieuwe regels draaien tot op zekere hoogte de beslissingen van de vorige regering terug.
Mobiliteitsbegroting
Het bestaande stelsel van mobiliteitsbudgetten zal worden hervormd tot een mobiliteitsbudget dat toegankelijk is voor alle werknemers. Dit hervormde mobiliteitsbudget vertrekt van de terbeschikkingstelling door de werkgever van een budget dat kan worden besteed aan verschillende vervoerswijzen (auto, openbaar vervoer, fiets, enz.). De waardering van deze alternatieven moet gebaseerd zijn op hun werkelijke (economische) waarde.
Het geherstructureerde mobiliteitsbudget vervangt de huidige regeling waarbij werkgevers bijdragen aan de reiskosten van werknemers voor woon-werkverkeer en privéreizen. Deze verandering is bedoeld om het complexe bestaande systeem te vereenvoudigen, zodat het voor zowel werkgevers als werknemers eenvoudiger wordt om vervoersvoordelen te beheren. Om het nieuwe systeem aantrekkelijker te maken, zal het fiscaal en parafiscaal gunstig worden behandeld. Daarnaast omvat de hervorming overgangsmaatregelen om een soepele implementatie te garanderen, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van alle betrokken belanghebbenden.
Uitbreiding van het belastingregime voor auteursrechten
De regering is van plan om het toepassingsgebied van het belastingregime voor auteursrechten uit te breiden om de huidige discriminatie tussen digitale (IT) professionals (die momenteel niet van het regime kunnen profiteren) en andere professionals weg te werken. Het verlaagde bronbelastingtarief van 15% blijft van toepassing onder dit belastingregime voor auteursrechten. Deze uitbreiding van het huidige regime annuleert ook een aantal maatregelen van de vorige regering.
Vermogenswinstbelasting of "solidariteitsbijdrage”
De regering is van plan om een vermogenswinstbelasting of solidariteitsbijdrage van 10% in te voeren op de toekomstige gerealiseerde winsten op financiële activa. Deze belasting is gericht op winsten die worden gerealiseerd op financiële activa, waaronder cryptocurrencies, en die worden gerealiseerd vanaf het moment dat de solidariteitsbijdrage wordt ingevoerd. Meerwaarden die dateren van vóór de invoering van deze solidariteitsbijdrage zullen worden vrijgesteld, zodat historische meerwaarden niet zullen worden onderworpen aan de nieuwe belasting.
Er zullen ook voorzieningen worden getroffen voor de aftrekbaarheid van verliezen binnen dezelfde inkomstencategorie tijdens het fiscale jaar, maar deze mogen niet worden overgedragen naar volgende jaren. Om kleine beleggers te beschermen, zal de vermogenswinstbelasting een basisvrijstelling van 10.000 euro bevatten, zodat kleinere winsten niet aan deze belasting worden onderworpen. Deze vrijstellingsdrempel zal jaarlijks worden geïndexeerd om de inflatie en de economische omstandigheden aan te passen.
Een afzonderlijke regeling wordt uitgewerkt voor meerwaarden op aandelen die een aanmerkelijk belang vertegenwoordigen.
Carried interest regime
In een strategische zet om de aantrekkelijkheid van België voor activiteiten van beleggingsfondsen te verhogen, heeft de regering plannen aangekondigd om een specifiek en competitief belastingregime voor carried interest in te voeren.
Het nieuwe carried interest regime zal een belastingtarief hebben dat beperkt is tot 30%, waardoor het competitief wordt in vergelijking met bestaande regimes in de buurlanden. Deze belastingstructuur is bedoeld om fondsenbeleggers en beheerders van beleggingsfondsen aan te trekken door een gunstig fiscaal klimaat te bieden voor de uitkering van winsten uit beleggingsfondsen.
Grensarbeiders
Het kabinet zal maatregelen nemen om de fiscale administratieve lasten voor grensarbeiders te verminderen. Daarnaast zal in overleg met de buurlanden getracht worden om binnen een budgettair neutraal kader maatregelen te treffen die de fiscale situatie voor deze grensarbeiders vereenvoudigen. Dit initiatief is gericht op het stroomlijnen van processen en het verminderen van de complexiteit die vaak het gevolg is van grensoverschrijdend werken, waardoor het voor grensarbeiders uiteindelijk eenvoudiger wordt om hun fiscale verplichtingen efficiënt na te komen.
Belastingcontroles verbeteren
De Belgische fiscus en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) zijn van plan om samen te werken om de fiscale controles rond de 183-dagenregel, die betrekking heeft op de belasting van personen in een grensoverschrijdende tewerkstellingssituatie, te verbeteren. Door gebruik te maken van de gegevens die beschikbaar zijn via de RSZ, wil de Belgische fiscus het verificatieproces stroomlijnen en ervoor zorgen dat de fiscale verplichtingen nauwkeuriger worden nageleefd.
De regering wijst op het belang van de ontwikkeling van een mechanisme voor de grensoverschrijdende inning van sociale bijdragen binnen Europa. Deze inspanning omvat het creëren van een Europees kader dat de efficiënte en effectieve inning van socialezekerheidsbijdragen over de landsgrenzen heen vergemakkelijkt, om er zo voor te zorgen dat werknemers en werkgevers hun financiële verantwoordelijkheden nakomen, ongeacht waar ze zich bevinden.