Grensoverschrijdende huur van materieel: een belangrijk fiscale hinderpaal is weggenomen
Grensoverschrijdende huur van materieel: een belangrijk fiscale hinderpaal is weggenomen
Bij het leasen of huren van materiële activa op de internationale markt ervaren Belgische belastingplichtigen vandaag soms concurrentienadelen omdat er op de betaalde vergoedingen in principe 30% roerende voorheffing verschuldigd is. Veel van de door België afgesloten dubbelbelastingverdragen voorzien weliswaar in een vrijstelling maar deze hangt af van de exacte formulering van elk dubbelbelastingverdrag en is bovendien onderworpen aan een reeks formaliteiten.
Dit administratieve proces is vaak tijdrovend, vormt een nadeel in een internationale competitieve markt en kan leiden tot vertragingen en onzekerheid voor belastingplichtigen.
Daarom werd op 31 oktober 2025 een Koninklijk Besluit uitgevaardigd dat een internrechtelijke verzaking van de inning van roerende voorheffing invoert voor betalingen die kaderen in de verhuring, verpachting, gebruik en concessie van lichamelijke roerende goederen. Het ter beschikking stellen van intellectuele eigendom kan niet van deze specifieke verzaking genieten.
Er wordt daarbij voorzien in een eenmalige attesteringsverplichting waarbij de schuldenaar dit attest dient in te vullen zodat het voor de administratie mogelijk wordt om de voorwaarden van de verzaking na te gaan. Dit attest dient te worden vernieuwd bij elke wijziging. Op deze manier kan een schuldenaar met een minimale administratieve last gebruik kan maken van de verzaking.
Deze vrijstelling gaat in voor toekenningen of betalingen vanaf 1 november 2025;
Heeft u hierbij nog vragen neem dan contact op met Hubert Hellraeth.
Dit administratieve proces is vaak tijdrovend, vormt een nadeel in een internationale competitieve markt en kan leiden tot vertragingen en onzekerheid voor belastingplichtigen.
Daarom werd op 31 oktober 2025 een Koninklijk Besluit uitgevaardigd dat een internrechtelijke verzaking van de inning van roerende voorheffing invoert voor betalingen die kaderen in de verhuring, verpachting, gebruik en concessie van lichamelijke roerende goederen. Het ter beschikking stellen van intellectuele eigendom kan niet van deze specifieke verzaking genieten.
Er wordt daarbij voorzien in een eenmalige attesteringsverplichting waarbij de schuldenaar dit attest dient in te vullen zodat het voor de administratie mogelijk wordt om de voorwaarden van de verzaking na te gaan. Dit attest dient te worden vernieuwd bij elke wijziging. Op deze manier kan een schuldenaar met een minimale administratieve last gebruik kan maken van de verzaking.
Deze vrijstelling gaat in voor toekenningen of betalingen vanaf 1 november 2025;
Heeft u hierbij nog vragen neem dan contact op met Hubert Hellraeth.