Vlaamse overheid vernieuwt
niet-beweegbare bruggen met innovatieve PPS-aanpak

Onze Vlaamse gewestwegen tellen samen ongeveer 3.000 bruggen, waarvan een groot deel dateert uit de jaren ‘60 en ‘70. Met veel van deze constructies die hun technische levensduur naderen, stond het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), samen met het Agentschap Wegen en Verkeer en de Vlaamse Waterweg nv, voor een belangrijke uitdaging: hoe vernieuwen we deze belangrijke infrastructuur op een kost- en tijdsefficiënte manier? 

Yanis Ingelberts, juridisch adviseur overheidsopdrachten en contractmanager voor het programma PPS Kunstwerken, vertelt hoe BDO het departement ondersteunt bij deze complexe opgave. Welke aanpak ontwikkelden ze samen? En hoe zorgen ze ervoor dat verschillende aannemers op een eerlijke manier kunnen meedingen naar dit omvangrijke project? 

Vernieuwen tegen 2030

Het programma PPS Kunstwerken richt zich specifiek op niet-beweegbare bruggen die dringend aan vernieuwing toe zijn. Yanis licht toe: ‘We hebben een shortlist van een 50-tal bruggen opgesteld, variërend van kleinere overspanningen tot complexe constructies. Het gaat om een zeer gevarieerde groep bruggen over kanalen, spoorwegen en snelwegen, verspreid over heel Vlaanderen.’ De Vlaamse Regering startte in 2021 het programma op om met het beschikbare budget zoveel mogelijk van de bruggen van de shortlist te vernieuwen tegen 2030. Een ambitieuze deadline die een totaal nieuwe aanpak vereiste. 

Geen traditionele publiek-private samenwerking (PPS) 

Waar een ‘klassiek’ PPS-project rond vergelijkbare infrastructuur vaak werkt met vooraf gedefinieerd voorwerp en uitgewerkte referentieontwerpen, koos MOW bij dit project voor een andere weg. ‘Bij een vorig PPS-project voor het verhogen van bruggen over het Albertkanaal hadden we bijvoorbeeld één referentieontwerp dat voor elke brug kon gebruikt worden’, vertelt Yanis. ‘In dit geval was dit onmogelijk gezien de snelheid van het project en de enorme variatie in type, locatie en omvang van de bruggen.’

De oplossing? Een innovatieve structuur binnen een raamovereenkomst in combinatie met een twee-fasen-aanpak. In plaats van direct DBFM-contracten (Design, Build, Finance, Maintain) af te sluiten, werkt MOW vanaf het begin samen met andere partijen zoals in een bouwteam-vorm. Pas wanneer het ontwerp, de prijs en alle overige randvoorwaarden voor een specifieke brug vastliggen en financiering is opgehaald, worden DBFM-contracten per brug afgesloten. 

‘We wilden alle technische kennis van de aannemers zo vroeg mogelijk in het proces betrekken’, legt Yanis uit. ‘Zij weten tenslotte het beste hoe je een brug efficiënt bouwt - qua tijd, kosten, methode én materiaal. Door hun expertise te combineren met die van onze eigen studiebureaus, versterken we het hele project.’ 

Financieel advies op maat

Deze andere aanpak bracht wel nog een uitdaging met zich mee: hoe vergelijk je offertes van verschillende aannemers als er nog geen concrete ontwerpen zijn? Hier kwam de expertise van BDO’s Deal & Valuation Advisory team van pas. 

BDO-experten Michael Van Berkel en Wim Duchateau ondersteunden MOW bij het ontwikkelen van een theoretisch financieel model. Yanis licht toe: ‘We identificeerden eerst welke prijselementen we wél konden vastleggen, zoals o.a. percentages voor algemene kosten en winst, risicoprovisies en koepelkosten. Voor de elementen die we niet konden vastleggen, ontwikkelden we procedures om later een marktconforme prijs te bepalen.’

Het eerste resultaat was een model voor acht bruggen, elk met een planning, bouwkost en onderhoudskost. Door hier de vaste prijselementen van de inschrijvers aan toe te voegen, kon MOW de offertes objectief vergelijken op basis van de theoretische netto contante waarde.

We zaten met BDO direct op dezelfde golflengte. Ze dachten pragmatisch mee in functie van onze nieuwe aanpak en kwamen met oplossingen voor onze unieke problemen.

Toekomstbestendige procedures

Naast het financieel model ontwikkelde BDO ook procedures voor toekomstige tenders binnen het programma. ‘Er komt een debt funding competitie om vreemd kapitaal op te halen voor de financiering van de vernieuwingen’, legt Yanis uit. ‘BDO heeft de procedures uitgewerkt die bepalen hoe deze competities zullen verlopen.’

Hoe deze grondige voorbereiding tot nu toe ontvangen wordt? ‘Tijdens de dialoogfase met potentiële opdrachtnemers reageerden alle partijen positief. Iedereen is mee in het verhaal en snapt onze aanpak. We kregen weinig opmerkingen over de vergelijkbaarheid van de offertes, wat aangeeft dat we een goede basis hadden gelegd.’

Het ontwikkelen van de offertestructuur is zonder problemen verlopen. We hebben het financieel model tijdens de dialogen hier en daar bijgeschaafd, wat uiteindelijk leidde tot goede, vergelijkbare offertes.

Van plan naar uitvoering

Met de contractuele basis gelegd, beweegt het project nu stilaan richting de volgende fase. Nadat de omgevingsvergunningen voor een eerste cluster bruggen toegekend zijn, zal in 2026 de eerste debt funding competition georganiseerd worden. 

De samenwerking tussen MOW en BDO illustreert hoe publieke organisaties met de juiste expertise complexe infrastructuurprojecten kunnen aanpakken. Door traditionele PPS-modellen los te laten en te kiezen voor een flexibele, op samenwerking gerichte aanpak, creëert MOW een model dat ook voor andere overheden in de toekomst interessant kan zijn. 

Voor Yanis was de ondersteuning van BDO alleszins waardevol: ‘Tot nu toe is het project zeer goed verlopen en ben ik meer dan tevreden met de ondersteuning die we kregen. De collega’s van BDO werkten constructief mee vanaf het begin en leverden oplossingen voor onze niet-alledaagse uitdagingen.’

Zelf aan de slag met complexe financiële modellen voor PPS-projecten? 

Neem gerust contact op met onze BDO Deal & Valuation experten voor persoonlijk en pragmatisch advies bij je publiek-private samenwerkingen. 

Foto credits: Agentschap Wegen en Verkeer