Minimum bescherming bij omzetting vruchtgebruik voor langstlevende
27 juli 2016
Wanneer bij gehuwden of wettelijk samenwonenden één van beide sterft, verkrijgt de langstlevende het vruchtgebruik van de nalatenschap en de kinderen de blote eigendom. De praktijk leert ons dat deze gesplitste eigendom niet altijd wenselijk is en vaak aanleiding geeft tot verhitte discussies indien het gaat om een nieuw samengesteld gezin.
Omzettingstabellen waarde vruchtgebruik
Gelukkig heeft onze Belgische wetgever er voor gezorgd dat in deze situatie het vruchtgebruik of een deel van het vruchtgebruik van de langstlevende kan worden afgekocht, zodat de andere erfgenamen de volle eigendom verkrijgen. Voor de bepaling van de waarde van het vruchtgebruik heeft de wetgever in 2014 een regeling uitgewerkt op basis van omzettingstabellen die jaarlijks worden aangepast. Je bent niet verplicht om deze methode te volgen op voorwaarde dat je zelf een regeling uitwerkt.
De omzettingstabel omvat de waarde van het vruchtgebruik uitgedrukt in een percentage van de waarde van de goederen. Bepalende factoren voor de bepaling van het percentage zijn de officiële levensverwachting van de vruchtgebruiker en de rentevoet die samenhangt met deze levensverwachting.
Risico negatieve waarde vruchtgebruik
Door de evolutie van de rentevoeten sinds 2014 bestond echter het risico (vooral bij vruchtgebruikers met een lage levensverwachting) dat in bepaalde situaties bij de omzetting van het vruchtgebruik deze vergoeding negatief zou zijn. De waarde van de blote eigendom zou dan hoger zijn dan de waarde van de volle eigendom. M.a.w. de langstlevende echtgenoot/partner zou zelfs moeten betalen bij de omzetting van het vruchtgebruik in plaats van een vergoeding te ontvangen.
Minimale rentevoet 1%
Om dit probleem te verhelpen, was het belangrijk om te zorgen voor een correctie. Deze correctie werd gevonden op vlak van het voordeel dat de blote eigenaar geniet. Door de omzetting van het vruchtgebruik moet de blote eigenaar niet langer wachten tot het overlijden van de langstlevende om te kunnen beschikken over de eigendom. De omzetting vervroegt immers het beschikkingstijdstip, zodat dit aanzien wordt als een voordeel voor de blote eigenaar. Dit voordeel kan minimum op 1% geraamd worden op jaarbasis. Het is ook dit percentage dat recent in een wet werd goedgekeurd, zodat vanaf 1 juli 2016 wordt voorzien in een minimale rentevoet van minstens 1 procent per jaar.